De lokale bevolking neemt sinds het begin van de Dimpnacultus een rol op in de verzorging van geesteszieke bedevaarders. De eerste zieken verblijven in de Ziekenkamer van de Sint-Dimpnakerk. Die wordt al snel te klein en bedevaarders vinden onderdak bij de lokale bevolking.
Ook de Gasthuiszusters nemen, naast lokale zieken, geesteszieke patiënten voor lange tijd in huis. Uit deze traditie van thuisopvang groeit later de gezinsverpleging, die nog steeds actueel is.
Als inclusief en toegankelijk museum biedt het Gasthuismuseum rondleidingen op maat van specifieke doelgroepen aan. De rondleidingen komen tot stand via intensieve, maar vooral inspirerende samenwerkingstrajecten.